Reinigingscapaciteit neemt af (Triflex)

Verwijder het stofreservoir.

Leeg het stofreservoir boven een afvalemmer.

Reinig de fijnstoffilter:

• 

• Verwijder de fijnstoffilters naar boven toe.

• Schade door fouten tijdens de reiniging.

  De fijnstoffilter kan beschadigd raken en daardoor niet meer goed werken.

  Reinig de fijnstoffilter niet aan de binnenkant.

  Gebruik voor de reiniging geen scherpe of spitse voorwerpen.

  Borstel de fijnstoffilter niet af.

• Houd de fijnstoffilter boven een afvalemmer.

• Klop de fijnstoffilter met de rubberen onderrand voorzichtig uit.

• Draai de fijnstoffilter daarbij een beetje, zodat het vuil overal kan worden verwijderd.

Reinig de voorfilter:

• 

• Trek de voorfilter naar boven en verwijder deze.

• 

• Ontgrendel de motorfilter linksom en haal de motorfilter er naar boven toe uit.

  U hoeft de motorfilter niet te reinigen. U kunt deze eruit halen, zodat u beter bij de binnenkant van de voorfilter kunt komen.

• Schade door fouten tijdens de reiniging.

  De voorfilter kan beschadigd raken en daardoor niet meer goed werken.

  Gebruik voor het reinigen geen reinigingsmiddel en geen scherpe of spitse voorwerpen.

  Gebruik een fijne reinigingsborstel of iets dergelijks om de voorfilter ook grondig aan de binnenkant te reinigen.

• Klop de voorfilter voorzichtig uit boven een afvalemmer.

• Plaats de motorfilter na het reinigen van de voorfilter correct en stevig terug vast in de voorfilter.

• Draai de motorfilter met de klok mee totdat u weerstand voelt.

• 

• Plaats de voorfilter weer in het stofreservoir.

• 

• Breng de invoerhulpstukken van beide onderdelen naar elkaar toe en draai het deksel van het stofreservoir terug in de uitgangspositie.

• Sluit de klep onderaan het stofreservoir, totdat deze duidelijk vastklikt.

• Plaats de propere fijnstoffilter correct terug in het stofreservoir.

• Plaats het stofreservoir weer op het aansluitstuk van de PowerUnit.

Verwijder het stofreservoir.

Leeg het stofreservoir boven een afvalemmer.

Bouw de fijnstoffilter en de voorfilter uit:

• 

• Draai het deksel van het stofreservoir nog door als u al weerstand voelt, totdat de punten van de pijlen aan de bovenkant naar elkaar wijzen a.

• Trek de voorfilter naar boven en verwijder deze b.

• 

• Draai de fijnstoffilter 10 keer 180° tegen de wijzers van de klok in. Maak daarvoor gebruik van de uithollingen.

  Er ontstaat een geluid, dat hoort bij de normale werking van de reinigingsfunctie ComfortClean.

• 

• Draai de fijnstoffilter met de wijzers van de klok mee. Maak daarvoor gebruik van de uithollingen.

• Verwijder de fijnstoffilter.

Reinig de fijnstoffilter:

• Schade door fouten tijdens de reiniging.

  De fijnstoffilter kan beschadigd raken en daardoor niet meer goed werken.

  Reinig de fijnstoffilter niet aan de binnenkant en niet met water. Gebruik voor de reiniging geen scherpe of spitse voorwerpen. Borstel de fijnstoffilter niet af.

• Houd de fijnstoffilter boven een afvalemmer.

• Klop de fijnstoffilter met de rubberen onderrand voorzichtig uit.

• Draai de fijnstoffilter daarbij een beetje, zodat het vuil overal kan worden verwijderd.

Reinig de voorfilter:

• Schade door fouten tijdens de reiniging.

  De voorfilter kan beschadigd raken en daardoor niet meer goed werken.

  Reinig de voorfilter niet met water. Gebruik voor de reiniging geen scherpe of spitse voorwerpen.

• 

• Reinig de voorfilter met de meegeleverde reliëfborstel (3) of met een droog schoonmaakdoekje.

Plaats de fijnstoffilter en de voorfilter terug:

• Plaats de gereinigde fijnstoffilter weer in de gereinigde voorfilter, door de ronde dop bovenop de fijnstoffilter omlaag te drukken, totdat u weerstand voelt.

  Vervang de fijnstoffilter (HX FSF-2) na ongeveer 3 jaar om het beste reinigingsresultaat te behouden.

• 

• Plaats de voorfilter in het stofreservoir.

• 

• Beweeg de pijlen naar elkaar toe en draai de voorfilter weer in de uitgangspositie.

• Sluit het klepje van het stofreservoir totdat dit duidelijk vastklikt.

• Plaats het stofreservoir weer op het aansluitstuk van de PowerUnit.

Leeg en reinig het stofreservoir.

Reinig de borstelas.

Neem de elektroborstel/handborstel van het aansluitstuk van de stofzuiger.

Leg, om draadjes en haren te verwijderen, de elektroborstel met de onderkant naar boven op een vlak en schoon oppervlak.

De borstelas heeft een speciale groef waarlangs u kunt knippen.

Draadjes, haren en dergelijke die zich om de borstelas hebben gewikkeld, kunt u met een schaar doorknippen.

De afgeknipte draadjes en haren kunt u daarna met de stofzuiger opzuigen.

U kunt de borstelas uit de elektroborstel halen om hardnekkig vuil te verwijderen en ook de binnenkant van de elektroborstel te reinigen.

Ontgrendel het klepje aan de zijkant van de elektroborstel zodat het symbool  zichtbaar wordt .

Klap het klepje omhoog, totdat u weerstand voelt .

Verwijder de geplaatste borstelas .

Reinig de borstelas en verwijder alle vastzittende verontreinigingen uit de binnenkant van de elektroborstel.

Schuif de borstelas op de juiste manier tot aan de aanslag in de elektroborstel.

Sluit en vergrendel het klepje (symbool ).