Er is een ongeschikte functie gebruikt.
Bij dit probleem kunt u beter de functieĀ āBoven-/Onderwarmteā gebruiken, omdat daarbij minder lucht uit de ovenruimte wordt afgevoerd.
Het gerecht is te droog.
Bij dit probleem kunt u beter de functieĀ āBoven-/Onderwarmteā gebruiken, omdat daarbij minder lucht uit de ovenruimte wordt afgevoerd.
Zet de temperatuur 10Ā totĀ 20Ā Ā°C hoger.
Schakel de Crisp-functie (vochtvermindering) in als uw oven de functieĀ Crisp-functie ondersteunt.
Gebruik de functieĀ āHeteluchtĀ plusā, zodat meer vocht uit de ovenruimte wordt afgevoerd.
Zet de temperatuur 10Ā Ć Ā 20Ā Ā°C lager.
Let bij het bereiden van vochtige gerechten (bijv. diepvriesfrietjes) op de richtlijnen op de verpakking en keer het gerecht vaker om de hoeveelheid vocht in de ovenruimte te verminderen.
Open de deur van het toestel bij grote hoeveelheden of een heel vochtig gerecht tussendoor 2Ā Ć Ā 3Ā keer.